blog

EETSTOORNIS DOOR WANTROUWEN IN ZIEK LICHAAM

  

Mijn vriendin staart uit het raam naar buiten. Het uitzicht is niet bijster interessant. Een andere vleugel van het ziekenhuis zorgt ervoor dat ik tegen een blinde muur aankijk. Niet het meest spannende uitzicht dus. Voor de muur staan een aantal grote kale bomen, die in de zomer vast prachtige bladerdekens hebben. Nu zijn ze kaal en kijk je er dwars doorheen. "Hoe doe je dat?" zegt ze ineens. "Weken in een ziekenhuis liggen en positief blijven. Ik zou hier echt zo somber van worden..."
 
Voor de buitenwereld ben ik niet somber. Van binnen voel ik wel degelijk een verandering in mijn gemoedstoestand. Ook in mijn gedrag is dit merkbaar. Ik ben 24/7 aan het denken. Dit stopt niet en is erg vermoeiend. Non-stop alles beoordelen en beredeneren. Geestdodende puzzeltjes oplossen geeft geen voldoening meer, dus ik gooi het onbewust op een andere boeg. Zo weet ik nu exact hoe je een infuuspomp moet instellen en hoe je de hoeveelheid medicijnen moet omrekenen in de juiste infuusverhouding. Ook houd ik elke milliliter vocht bij die ik per dag naar binnen werk, in welke vorm dan ook. Verder weet ik op de gram af hoeveel ik aankom of afval. Afval dus eigenlijk alleen, want daar ben ik best goed in geworden de laatste weken. Allemaal zaken waar ik voorheen niet of nauwelijks interesse in had.  


Dit alles lijkt ineens super belangrijk en hierin merk ik een duidelijke verandering in mijn gedrag. Zinloos allemaal natuurlijk, ik weet het, maar ik kan er niet mee stoppen. De drang naar controle wordt alsmaar groter, naarmate ik hier langer lig. Ondertussen hangt de verpleegkundige een nieuwe zak medicijnen aan de infuuspaal. Ze stelt deze nauwkeurig in en zegt na enige tijd: "Zo, het infuus is aangesloten en over vier uur zal het doorgelopen zijn." "Vier uur en twaalf minuten", fluister ik zachtjes in mijzelf.  
Sorry, het gaat echt vanzelf.
 
Dertien jaar geleden kreeg ik vanuit het niets plotseling veel uitvalsverschijnselen van mijn spieren. Een diagnose was al snel gesteld... Ik had een spierziekte. Doordat dit zich nogal heftig kan uiten en niet goed onder controle te krijgen was, werd ik opgenomen in het ziekenhuis. Deze eerste opname duurde in totaal 8 maanden. Dit stond zo in contrast met mijn strak georganiseerde leventje en gaf zoveel gevoel van verlies van alle controle die ik dacht te hebben, dat ik indirect en ongewenst anorexia ontwikkelde. Het sluipt er in het begint heel subtiel en heel klein in, maar uiteindelijk is het zo groot dat het zich niet meer laat verjagen. Anorexia... Dat is iets dat mij nooit zou overkomen. Dit is wat ik altijd dacht, maar niets was minder waar. Opnames voor mijn spierziekte volgde elkaar rap op. Dieper en dieper zakte ik weg en het duurde erg lang voordat dit gezien werd en er ingegrepen kon worden.
 
"Esther!" klinkt het bij de deur. Ferme stappen komen mijn richting op. Ik duik wat ineen. De professor stapt resoluut op mij af. "Wij doen er alles aan om u wat beter te krijgen, wat al met al een flinke puzzel is. De medicatie die u slikt wordt levensgevaarlijk als u nog meer in gewicht zakt. Ons doel is niet om u hiermee kapot te maken." Zijn blik staat streng. "Ik geef u een ultimatum. Het gewicht dat u vandaag heeft, is de bodem. Is er volgende week gewicht af, dan zien wij ons als artsen genoodzaakt rigoureus actie te ondernemen. Dit zal in de vorm zijn van dwangvoeding. Neem dit dus heel serieus en laat het alsjeblieft niet zo ver komen." Hij loopt weg en laat mij huilend achter. Het ‘niet-zo-ver-laten-komen' betekent aankomen en dit kan alleen als ik mijn drang tot controle loslaat. Maar niemand vertelt mij hoe ik dit moet doen.

"Let bij ziekte niet alleen op de lichamelijke kwaal, maar zie wat dit mentaal met iemand doet,"
schreeuw ik nu de wereld in.

Tot grote opluchting van iedereen gaat het na vele weken afzien nu eindelijk beter. Met de woorden van de professor gezegd; "We hebben een wankel evenwicht bereikt!" Beter een wankel evenwicht als helemaal geen evenwicht, vind ik persoonlijk. De opname in het ziekenhuis loopt ten einde. Het is nu alleen nog wachten op groen licht voor ontslag. Mentaal gezien gaat het helaas wel bergafwaarts. De diepgewortelde angst die zich steeds hardnekkiger verankert in mijn gedachten, isoleert mij voortdurend meer. Voor mijn omgeving wordt het alsmaar moeilijker om mij nog te bereiken. De anorexia wint meer en meer terrein...
 
Tien jaar heeft het geduurd voor het eindelijk beter ging en ik de anorexia los kon laten. Zes jaar hiervan heb ik in opname gezeten. Laat dit alsjeblieft bij niemand anders gebeuren. Een radicale omslag in het leven door ziekte of andere ingrijpende gebeurtenis. Of je nu jong of oud bent, man of vrouw, het kan verstrekkende gevolgen hebben als er niet direct naar de mentale gezondheid wordt gekeken. Een eenduidig antwoord op hoe dit te voorkomen was geweest, heb ik niet. Wel ben ik na verloop der jaren tijdens opnames gaan tekenen. Uren aan één stuk. Dit hielp mij uit mijn cirkel van het denken te komen. Er kwam ruimte in mijn hoofd. En telkens iets meer rust. Deze rust en ruimte had ik nodig om een behandeling voor de anorexia aan te kunnen.
 
De warboel in mijn hoofd zet ik om in geordende vormen op het papier. Alle vormen zijn met precisie en beleid getekend. Ik ontspan bij dit werkje. De tekeningen verschijnen zonder vast voorbedacht plan op papier. Het is vaak een herhaling van lijnen en structuren. Deze maken gezamenlijk een eenheid op mijn bladzijde. Heerlijk, wat een orde! De reflectie hiervan komt terug in mijn hoofd, het geeft ruimte in mijn denken. Ik word rustiger en meer benaderbaar.

Op dit moment lig ik nog met grote regelmaat opgenomen in het ziekenhuis doordat mijn lichaam het even af laat weten. Deze opnames onderga ik nu gelukkig in rust en niet meer in de verstikkende onrust en spanning. Uiteindelijk heb ik de behandeling gekregen die ik nodig had. Voor iedereen die op dit moment nog middenin het moeilijke proces zit: houd vol en zoek naar de juiste behandeling. Kijk waar jij rust mee kan creëren in je hoofd.  

En vooral: geef niet op.
 
Liefs, Esther.